Het succes van MBA in een dag

Interview met organisator Hans Janssen

Wat bepaalt het succes van het seminar MBA in één dag? Hans Janssen is producent van een hele reeks spraakmakende seminars voor managers. Zijn bedrijf DenkProducties produceert onder meer het populaire programma MBA in één dag van Ben Tiggelaar. Ieder jaar is het evenement uitverkocht, inmiddels bezochten meer dan 16.000 managers het seminar.

Hoe bedenk je een goede titel?

In de aankondiging van je evenement heeft één element een waanzinnig groot aandeel in de kans op een volle zaal: de titel! Ik besteed meer tijd aan het bepalen van de juiste titel dan aan het samenstellen van het programma. Echt! De waarde van een prikkelende titel ontdekte ik toen ik het seminar organiseerde van Joep Schrijvers, die een training ‘politiek in complexe organisaties’ hernoemde tot ‘Hoe word ik een rat?’ en daarna alleen maar volle zalen zag. Dit zijn mijn drie gouden regels:

Regel 1: niet het middel, maar het doel

Ik zie nog zoveel congressen die gebaseerd zijn op ‘tools’, bijvoorbeeld ‘CRM in de praktijk’, ‘Werken met het Enneagram’, ‘Socratisch coachen’. Jakkes! Die titels zijn gericht op het ‘middel’ en niet op het ‘doel’. Kies als titel het effect dat je bereikt. Wat kun je na deze dag? Wat leer je? Voorbeeld: ik organiseerde ooit een seminar over Metaprogramming, een tool waarmee je uit taalpatronen en non-verbale signalen kunt achterhalen wat iemands denkstijl is. Dat werd geen seminar getiteld ‘Metaprogramming’ (snapt niemand) maar ‘Mensen lezen’ (snapt iedereen).

Regel 2: de IG Nobel Prizes regel

De IG Nobel Prizes worden jaarlijks uitgereikt voor bizar en opmerkelijk wetenschappelijk onderzoek. Zo kreeg een wiskundige de IG Nobel Prize omdat hij had uitgerekend hoeveel foto’s je van een familie van honderd mensen moest nemen om er zeker van te zijn dat er één foto bijzat waar niemand de ogen dicht heeft. Haha ik houd hiervan! Het motto van IG Nobel Prizes is: ‘research that first makes you laugh and then makes you think’. Dat doe ik ook in mijn titels: daar moet je eerst om lachen en daarna ga je denken: maar DIT wil ik wel! Zo ontstonden seminars als MBA in één dag en Leidinggeven aan mensen die geen zin hebben.

Regel 3: vermijd ‘doelgroepen’-taal

Er zijn woorden die je absoluut moet vermijden in je teksten omdat ze onthullen dat je niet denkt in het belang van de bezoeker maar in het belang van de verkoper. Zo wil niemand aangesproken worden als ‘doelgroep’. Dat klinkt hetzelfde als ‘inkoop-vee’. Ook woorden als ‘beslisser’, de advertentiekoper dus, en ‘vitaliteit’, een overbodige HR-hobby, geven aan dat je niet snapt wat er écht in de praktijk leeft. Spreek de taal van de deelnemer, niet die van de organisator of de sponsor!

Welke media zet jij in om je seminars te promoten?

Om deelnemers te werven voor onze seminars werken we samen met Het Financieele Dagblad, BNR, Management Team en Managementboek. De juiste mediapartner biedt toegang tot je doelgroep. Misschien nog wel belangrijker dan ‘doelgroep’ is ‘context’: in welke gemoedstoestand worden de media geconsumeerd en past dat bij jouw boodschap? Een blad als Quote biedt voor onze seminars wel de juiste doelgroep maar niet de juiste context. Managers lezen Quote om te ontspannen en binnen die context zullen ze zich niet snel aanmelden voor een seminar. Online banners en advertenties leveren meestal niet direct inschrijvingen op. Wij bieden langs die weg een gratis e-book aan; mensen klikken makkelijk op zo’n laagdrempelige aanbieding. De e-books maken we zelf, ze sluiten aan op het seminar. Er staan tips en inzichten in die je direct kunt toepassen. Wie meer kennis wil, meldt zich aan voor het seminar.

Welk evenement had jij zelf niet willen missen?

Hoewel ik niet veel met ‘tech’ heb, probeer ik toch elk jaar even bij The Next Web Conference langs te gaan. De oprichters hebben een waanzinnig gaaf evenement ontwikkeld, met wereldklasse sprekers (op tech-vlak) en een fenomenale AV-productie. De organisatoren Patrick en Boris zijn de levende boegbeelden van het event. Van organisator tot presentator tot ‘de persoon die ’s avonds tot het einde bij de borrel blijft hangen’. Die betrokkenheid voel je in elke porie van het evenement.